Puberrrs

Puberrrs

Een poosje geleden alweer werd ik door Ingrid van Essen en Kikki Mol-van der Lee gevraagd een bijdrage te leveren aan hun boek Pubermania. Ik heb immers zelf 2 pubers! Ik heb er veel plezier in gehad, en wat een leuk en lekker leesbaar boek is het geworden!

En wat vind ik er zelf nou van?

In mijn werk als GZ-psycholoog heb ik het voorrecht veel ouders te ontmoeten, dat is fijn omdat het twee kanten op werkt. Enerzijds luister ik naar hen om mij een beeld te vormen van de hulpvraag die zij hebben en anderzijds kan ik mijn eigen gezinsleven spiegelen aan hoe andere gezinnen functioneren. Het heeft mij geleerd dat veel gedrag dat als zorgelijk wordt ervaren bij heel veel gezinnen voorkomt. Het helpt mij om te relativeren.

Ik ben zelf moeder van twee “puberende” zonen van 14 en 16 jaar. Ik mag wel zeggen dat ik dat echt een uitdaging vind. Hoewel ik veel weet over gedrag en ontwikkeling van jongeren merk ik dat ik, misschien wel dagelijks, worstel met de wijze waarop mijn eigen kinderen zichzelf ontplooien. Wat is mijn rol? Wanneer, waar en hoe moet ik sturen en wat laat ik los of op zijn beloop? Hoe stem ik af met mijn man en wat als we er anders over denken? Hoe ga ik om met de mensen uit mijn directe omgeving (vrienden/familie) die er wat van vinden?

 

Ik heb gemerkt dat het niet alleen de ontwikkeling en het gedrag van de kinderen zelf is die van invloed zijn op mijn humeur, stemming of sfeer in huis. Het is de combinatie van het zoeken naar een antwoord op bovenstaande vragen, de balans vinden tussen de rollen die je hebt ( ouder, partner, eigen ontwikkeling/carrière) je emotionele en fysieke gesteldheid en de behoefte aan controle en overzicht.

 

Tot het eind van de basisschool heb je het als ouder goed onder controle, er lijkt sprake van een vast ritme waarbij iedereen de boel goed kan overzien. De kinderen bezitten nog een hoog knuffelgehalte. De schooltijden staan vast, bedtijd is ook nog niet echt een issue en het vermaak van de kinderen ligt nog dichtbij huis. Ook de vriendschappen van de kinderen zijn meestal goed bekend als ook de ouders van die kinderen. Afstemmen is hierdoor makkelijker. Op school heb je te maken met een aantal vaste gezichten die over de gehele linie een beeld hebben van je kind. Huiswerk is beheersbaar.

De onrust begon voor mij toen voor de oudste de keuze voor het voortgezet onderwijs in beeld kwam. Want wat is je kind waard? VMBO, Havo VWO? En kies je wel een degelijke school? Er lijkt onder de ouders een soort strijd losgebarsten om niet alleen uit te blinken in schoolniveau van hun kind maar ook de wijze van kiezen voor de uitverkoren VO school is een hot item. Ik weet nog goed dat ik me hierover ontzettend onzeker heb gevoeld. Ik had namelijk al een keuze voor een school gemaakt en niet eens rond gekeken naar andere scholen. Op een avondje met wat ouders kwam ter sprake dat de meesten met hun zoon of dochter wel 3 tot 4 scholen hadden bezocht. Dat zij gesprekken met hun kinderen hadden gevoerd en dat die kinderen dan uitspraken hadden gedaan over hun emotionele welbevinden in die scholen en de sferen die ze erbij hadden ervaren. Euh tja, en toen dacht ik natuurlijk dat ik iets verkeerds had gedaan, iets onherstelbaars had vergeten. Maar mijn kind had toen geen enkele interesse in scholen! Voelde niets bij scholen, kreeg geen sferen door. Ik weet nog dat ik er gesprekken met hem over ben gaan voeren, en dat we boos op elkaar werden omdat ik iets uit hem wilde trekken wat voor hem toen gewoon niet relevant was. Ik vond hem ongeïnteresseerd en hij vond mij irritant. Ik vond niet echt steun bij mijn man, die zei enkel: “maar we hebben toch al een school gekozen?”.

Ik heb lang nagedacht over dit gebeuren, en tegen mijzelf gezegd : Wat vind ik hier eigenlijk van? En dat is de beste vraag die ik mijzelf had kunnen stellen. Ik vond het namelijk een belachelijk circus.

Ik vind het vervelend dat ik, onder druk van het gevoel “het niet goed genoeg te hebben gedaan”, de harmonie en communicatie met mijn zoon ben gaan verstoren. Ik kende hem en wist wat goed voor hem was en hij was daar stilzwijgend blij mee. De school die we hadden gekozen was lekker dichtbij, lekker praktisch. Dat had dus gewoon voldoende moeten zijn.

Als ouder van een puber raak je regelmatig uit je doen omdat je in een nieuwe fase zit, een fase waarbij je kind autonomie nastreeft en waarbij jij steeds meer afstand moet nemen. Je hebt daar nog weinig ervaring in dus je intuïtie werkt dan nog niet feilloos en je referentiekaders zijn nog niet scherp. Daarom wordt je nerveus om de grip te verliezen en de kans dat je kind daardoor een ongeleid projectiel wordt.

Belangrijk is dus dat je bij zorgen eerst terug gaat naar jezelf, en jezelf afvraagt: Wat vind ik hier zelf van, wat is mijn eigen visie hierop”. Dit helpt om zo een basis te hebben die je kunt afzetten tegen de adviezen, tips die gewild en ongewild op je afkomen. Durf ook, vanuit die basis, beslissingen te nemen al zijn die misschien controversieel.

Zo heb ikzelf onlangs de elastiekjes van een “noodzakelijke” beugel uit de mond van mijn zoon gepeuterd. Waarom? Omdat wij het niet nodig vonden en ons bij de beugeltandarts die keuze niet werd geboden. Heeft mijn kind nu een lelijk gebit? Nee maar wellicht minder gelijkmatig. En zoals zijn broer die avond grapte : ‘Onhandig man, als je later dood bent, kan niemand je meer herkennen want alle gebitjes staan dan allemaal even recht.

Een goed contact met je kind is voor mij ook erg belangrijk. Het betekent in mijn geval niet dat ik dagelijks veel tijd met hen doorbreng mijn man en ik werken fulltime en mijn kinderen zitten op school, sporten en hebben een druk sociaal leven. Een goed contact hebben wij gekregen door oprecht geïnteresseerd te zijn in hun wereld, te zorgen dat het huis toegankelijk voor hen maar ook hun vrienden is maar ook door duidelijke grenzen te hebben. Wat ook bijdraagt tot goed contact is dat we ook dingen laten, informatie niet op te eisen. Gevechten zijn er altijd, die horen er gewoon bij.

Over de volgende punten is er bij ons regelmatig strijd;

  • Onredelijke argumenten
  • Warme weeïge zweetkamers
  • In het donker zitten.
  • Vieze kleding niet in de wasmand doen,
  • chip zakken, borden etc onder het bed
  • fietsen zonder licht, lekke banden etc
  • niet op tijd thuiskomen afspraken vergeten
  • muziek te hard
  • telefoon en ander digitaal spul wat communicatie onmogelijk maakt
  • plunderen uit de koelkast
  • antwoorden geven als : JAHAA, NOUEN, IK KOM ZO ( en dan niet komen)
  • levels afspelen ( eindeloos!)
  • eerst nog iets moeten opslaan etc
  • geen huiswerk maken, slechte cijfers
  • niet op tijd beginnen aan het werkstuk, die jij dan vervolgens gaat maken

Mijn man en ik hebben wel een duidelijke afspraak : “choose your battles wisely” ! Soms is het beter ergens niet op in te gaan. Ben je te moe, gestrest , gehaast, kom er dan gewoon op een rustig moment op terug, de confrontatie aangaan is niet altijd de beste oplossing!

Zorgen over waar en wat je kind uitspookt en met wie. “ als er maar niets gebeurd” is mij niet onbekend. En ja ik ben ook altijd nog wakker tot de beide knullen zijn gearriveerd. De autonomie van je kind maakt dat je steeds minder grip hem/haar hebt. Ook de omgeving van school, vrienden etc. zijn minder toegankelijk je kunt er niet zoveel meer mee. Je zult het dus vooral van het vertrouwen in je kind moeten hebben. En geloof me dat kan ook best. De opgebouwde basis van liefde, waarden en normen waar vanuit hij/zij handelt is over het algemeen sterk genoeg om hem/haar zonder al te veel kleerscheuren door de pubertijd te helpen.

Autonomie staat echter niet gelijk aan ook echt zelfstandig zijn! Als ouder ben je dus nog nodig en dan moet je vertrouwen op je eigen kennis van je kind. Je weet hoe hij/zij is, je kent zijn/haar karakter en eigenaardigheden. Dus vertrouw erop dat jij de meest deskundige bent in dat wat hij/zij nodig heeft. Zorg dat je in contact blijft om mee te groeien met zijn/haar wereld. Bouw je referentiekader op door in gesprek te gaan met andere (ervaring) deskundigen maar verlies vooral je eigen visie en dat wat bij jouw gezin past niet uit het oog. Je voelt vanzelf aan als er dingen niet lekker gaan en kijk dan wie binnen of misschien buiten je netwerk jou hierin bij kunnen staan.

Het kan dan fijn zijn om iemand met wat meer afstand van je gezin te hebben, die kunnen patronen soms weer even scherpstellen en je helpen om je situatie weer naar de positieve kant te buigen.

Terug naar overzicht