overgeneraliseren & transformeren
overgeneraliseren & transformeren
Prachtig vind ik het; hulpverleners die breed kunnen kijken, generalisten die over allerlei onderwerpen een behoorlijke basiskennis hebben. Een goed idee om die in te zetten in het eerste contact met gezinnen en kinderen die hulp zoeken zoals de CJG’s of als consulenten passend onderwijs. Ik kan me hier goed in vinden mits deze generalisten hun kennis op de juiste manier inzetten.
De juiste manier: in mijn visie is dat het contact maken en aansluiten bij gezinnen, kinderen en jongeren, het verzamelen van verhalen, het verhelderen en goed luisteren. Het samen inventariseren/formuleren van betekenisvolle doelen om een zinvol bestaan vorm te kunnen geven. Dit is dus anders dan de focus op knelpunten en problemen.
Generalisten zijn, in mijn visie, oprecht geïnteresseerd, vragen door en durven lastige thema’s open te gooien. Ze laten de regie bij degene die hulp vraagt en stimuleren de daarbij behorende verantwoordelijkheid. Tenslotte weten generalisten goed waar hun grens ligt qua hulp die ze kunnen bieden. Zij gaan in overleg met het gezin of de jongere wanneer zij denken dat de zorg aangevuld zou moeten worden met meer specialistische kennis. Op het moment dat de zorg moet worden uitgebreid zijn generalisten in staat met hun cliënt een duidelijke vraag te formuleren en objectief te omschrijven wat wordt waargenomen of welke uitdagingen er liggen zonder conclusies te trekken.
Helaas kom ik op dit moment regelmatig generalisten tegen die de focus leggen op problemen. Zij inventariseren gedragskenmerken of onvermogens om deze vervolgens onder te brengen in vermoedens van stoornissen. Sommigen gaan zich gedragen als specialisten en doen specialistische uitspraken over bijvoorbeeld mogelijkheden voor medicamenteuze behandelingen. Denk aan een intern begeleider van school die een medicatievoorstel doet bij een leerling ten behoeve van betere leerprestaties. Of denk aan de afwegingskaders vanuit de CJG’s welke uitspraken doen over mogelijk aanwezige stoornissen en specifieke behandelingen voorschrijven, en uitgewerkte doelen stellen waar aan moet worden gewerkt.
Deze ontwikkelingen roepen bij mij enorme weerstand op. Hoe kunnen we nu transformeren – en kinderen en gezinnen centraal stellen - als we ons nog zo richten op het ouderwetse classificatie en normgericht denken? Wat heb je aan het vaststellen van een diagnose als het je niet helpt bij het vormgeven van een zinvol bestaan?
Ik hoop dat voorgaande goed in beeld brengt dat de generalistische inrichting aan de ‘voorkant’ van de jeugdhulp op zich kansrijk is maar dat de invulling ervan nog veel aandacht behoeft. Zeker als we toe willen werken naar een samenleving die verdraagzamer is ten opzichte van variaties in gedrag. Niet gericht is op hokjes en labels en “volledige herstel” maar juist gericht op een voldoende kwaliteit van leven, toekomstperspectief, acceptatie en tolerantie.